'De Roode Osch' (1773)
Markt 22
De naam van dit pandje doet vermoeden dat het in de 18de eeuw tot het Vleeshuis behoorde. Of dit ook al in de 16de eeuw het geval was blijkt niet uit de archiefgegevens. De ingang tot het Vleeshuis lag in het buurpand aan de rechter zijde. Bouwtekeningen van de thans verdwenen gebouwen geven weliswaar een verbinding tussen beide panden aan, maar deze zal uit latere tijd dateren. In de 16de eeuw was het pand in dezelfde handen als Markt 4 en 6, die in relatie stonden met de Vleeshal.
In 1520 betaalt Lucia van Strathen 12½ 'groten', een bedrag dat voor alle 'Corte Cameren' betaald wordt. Dit doet vermoeden dat het pand tot de 'Corte Cameren' behoorde.
De haardentelling van 1553 geeft een totaal van zeven schouwen voor het bezit van Anna van Louwe, dat naast dit huis ook Markt 6 en 20 omvatte. Aangezien het pand geheel gesloopt is, kunnen we de plaats van de stookplaatsen niet meer nagaan.
Oude bouwtekeningen wijzen uit dat er een voorhuis met iets breder achterhuis was, dat grensde aan de open binnenplaats achter Markt 6. Op de scheiding tussen het voor- en het achterhuis stond een spiltrap. Het is niet waarschijnlijk dat de kelder via deze trap bereikbaar was. Vanaf de Markt liep een buitentrap naar de kelder die afzonderlijk werd verhuurd.
De tekening van C. Pronk uit 1730 geeft een huis weer met een houten gevel en drie bouwlagen met een zolder. Aangezien de benedenpui erg laag is mogen we veronderstellen dat er sprake is van een insteekverdieping in een hoge begane grondruimte. Deze situatie doet zich bij meer van de 'Corte Cameren' aan de Markt voor. De vensters op de verdiepingen zijn smal, in de top zit een dubbel luik, dat duidt op een opslagfunctie.
| 282 |
Literatuur
CB 1520 f 97; CB 1573 f 99; HT 1553; M 1469; P 1569.
A. van Drunen, 's-Hertogenbosch van straet tot stroom (Zwolle - Zeist 2006) 282